Leievoeders groeit dankzij overnames, diversificatie en ontwikkeling

Veevoederproducent Leievoeders uit Waregem kende de afgelopen jaren een spectaculaire groei. Begin 2016 produceerde de groep 210.000 ton veevoeder, nu is dat 380.000 ton. Daarmee is Leievoeders Cibus nummer vijf in de sector in België.

Het is snel gegaan de afgelopen jaren, zegt ook Rik Vandeputte, samen met zijn broer Francis Vandeputte en Marnik Vanrolleghem een van de 3 bestuurders van de familiale groep. Leievoeders werd opgericht door zijn vader Hubert Vandeputte, die in 1976 veevoeder begon te producer en voor zijn eigen dieren. Daarna begon hij ook te lever en aan bevriende landbouwers uit de buurt, waarna Leievoeders, onder leiding van de volgende generatie, langzaam uitgroeide tot een nationale speler.

Tot 2000 produceerde het bedrijf voornamelijk varkensvoeder, goed voor 85 tot 90% van de omzet. “Dat vonden we toch wat te eenzijdig, vandaar dat we begonnen met diversificatie”, aldus Rik. Sindsdien produceert Leievoeders ook voeders voor pluimvee, zowel braad- als legkippen, en voor runderen. Dat zorgde voor een eerste grote expansie, met een groei van 140.000 ton tot 210.000 ton tegen eind 2016. Tegelijk besliste het bedrijf om een fabriek in Buggenhout te sluiten en de productie te concentreren in Waregem. “Omdat je veevoer tot 200 kilometer kan transporteren, waren 2 productiesites op 80 kilometer van elkaar niet nodig”, verduidelijkt Rik.

Samenwerking noodzakelijk

Als medebestuurder van de federatie BFA (Belgian Feed Association) ontmoet Rik veel collega’s. Zij stellen vast dat de productie van veevoeders en mengvoeders steeds mondialer wordt, en dat samenwerking noodzakelijk is. Zo kwam het tot een overname van sectorgenoot Cibus in 2018, en van Klaasen uit Turnhout in 2019. Dat betekende mete en weer een spectaculaire groei tot een productie van 350.000 ton. Bovendien kreeg Leievoeders Cibus, zoals het nieuwe bedrijf nu heet, er vestigingen bij in leper en Roeselare, en groeide het personeelsbestand van 45 naar 75 mensen. De fabriek in leper is ondertussen gesloten, Roeselare blijft wel operationeel. Daar warden de voeders voor rundvee en leghennen geproduceerd. Waregem blijft zich concentreren op varkens en braadkippen.

Veel mensen weten dat niet, maar de voeding kan verschillen van boerderij tot boerderij. Wij leveren echt maatwerk.

Vorig jaar produceerde Leievoeders Cibus 380.000 ton veevoeder, goed voor een geconsolideerde omzet van 200 miljoen euro. Het is daarmee de nummer vijfvan Belgie, met amper 5 tot 6% van de totale productie van 7 miljoen ton. Dat geeft aan dat er heel veel kleine spelers zijn in de sector. De grootste veevoederproducent van het land is nog steeds Arvesta (het voormalige Aveve), met 1,2 miljoen ton.

Eigen dierenartsen

Cibus de laatste jaar en doormaakte, is nodig om hoogstaande kwaliteit te kunnen afleveren. Bij de productie van dierenvoeding komt veel onderzoek kijken, de sector is voortdurend in beweging. Producenten proberen de antibiotica in de voeding te reduceren en de samenstelling te verbeteren. “Het aandeel antibiotica is sinds 2013 met 50O% gedaald, en we willen nog eens 25% minder”, verduidelijkt Rik.

Leievoeders Cibus heeft daarvoor zijn eigen dierenartsen in dienst. Zij controleren de kwaliteit van de voeding, maar doen ook gezondheidscontroles bij de dieren in de boerderijen. Zo voeren ze bijvoorbeeld spekdichtheidsmetingen’ uit bij zeugen, nadat die biggetjes hebben geworpen. Soms moet de voeding dan worden aangepast, zodat de zeugen voldoende melk kunnen geven. “Veel mensen weten dat niet, maar de voeding kan verschillen van boerderij tot boerderij. Wij leveren echt maatwerk”, zegt Rik. Niet alleen de gezondheid van de dieren is belangrijk, ook de zorgen om het klimaat hebben invloed op de productie van het veevoeder. Zo probeert Leievoeders Cibus de nutriënten zo te mengen dat er weinig tot geen nutriënten in de mest terechtkomen. Ook probeert men het fosforgehalte steeds te verminderen. En bij de aankoop van grondstoffen let men ook op de duurzame productie. De soja die wordt gebruikt komt nu al voor 60% uit niet-ontboste gebieden, en dat moet binnen 5 jaar 100% worden. Zo helpt men mee aan de bescherming van het regenwoud.


(VOKA april 2021 – DV- Foto’s Kurt)
WWW.LEIEVOEDERS-CIBUS.BE

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.